Arbeidshygiënist Remko Houba, één van de specialisten van PreventPartner, reist in opdracht van de International Labour Organization (ILO) af naar Zuid-Afrika om samen met andere internationale experts een richtlijn te ontwikkelen voor het beperken van de beroepsmatige risico's van biologische agentia.
International Labour Organization
De ILO (International Labour Organization) is een agentschap van de Verenigde Naties die gaat over het belang van goed werk voor het welzijn van de mens, wereldwijd.
Remko maakt deel uit van het kernteam van 6 specialisten dat een richtlijn gaat formuleren voor beroepsmatige blootstelling aan biologische agentia. Het proces om te komen tot een wereldwijde richtlijn zal naar verwachting een jaar duren en experts van over de hele wereld leveren hun bijdrage. Wij zijn trots dat Remko er daar één van is. Volg deze link naar zijn profiel op onze website.
Meer weten over biologische agentia?
PreventPartner heeft diverse specialisten op het gebied van biologische agentia met kennis ook over mycotoxinen en endotoxinen
Mocht u met Remko of een van onze andere deskundigen op het terrein van biologische agentia in contact willen komen, kunt u contact opnemen via de website of direct met hen bellen.
Brandweermensen worden iedere 4 jaar uitgebreid gekeurd om te kijken of ze (fysiek) nog in staat zijn om het zware werk aan te kunnen. Dit periodieke preventieve onderzoek (ppmo) is standaard en bij oudere brandweermensen wordt het zelfs vaker afgenomen. Voldoe je niet aan de eisen die worden gesteld, dan mag je het werk niet langer uitvoeren. Maar hoe weet je nu of je ziek wordt door je werk als brandweerfucntionaris? Immers, je hebt naast de fysieke belasting mogelijk ook blootstelling aan gevaarlijke stoffen en je komt in situaties terecht waar psychische trauma's op de loer kunnen liggen. Om het werk zo lang mogelijk en gezond te kunnen uitvoeren, is het van belang om in een zo vroeg mogelijk stadium (arbeidsgerelateerde) gezondheidsklachten op te sporen.
Gezondheidsmonitoring
Medio februari is het rapport Gezondheidsmonitoring bij de brandweer beschikbaar gekomen. Dit rapport is het resultaat van een onderzoek naar de mogelijkheden om gezondheid en blootstelling aan gevaar te meten en te registreren voor individuele medewerkers en voor groepen binnen de brandweer. Als deze informatie goed in kaart is, dan is er een solide basis voor het inzetten van van verbeteringen en het voorkomen van ziekte.
Succesfactoren
Het onderzoek is uitgevoerd door een projectgroep bestaande uit leden van de vakgroep Arbeidsveiligheid en het Kenniscentrum Arbeidsveiligheid en Jolanda Willems, consultant bij PreventPartner. Het verkennende rapport biedt praktische en kritische succesfactoren voor de doorontwikkeling van de gezondheidsmonitoring bij de brandweer. Daarnaast staat erin welke aspecten van belang zijn bij de registratie van blootstelling aan gevaarlijke stoffen en hoe een goede dataverzameling kan bijdragen aan de monitoring.
Meer informatie en een link naar het rapport vindt u hier.
Meer weten over gezondheidsmonitoring?
Wilt u meer weten hoe gezondheidsmonitoring een positieve bijdrage kan betekenen voor uw organisatie, stel ons dan uw vraag.
In oktober 2017 werd asbest aangetroffen in het grit dat wordt gebruikt om coatings en roest van stalen constructies te verwijderen. Dit asbest was waarschijnlijk al twee jaar in het grit aanwezig voordat het werd gesignaleerd. Personeel en omstanders konden onvermoed zijn blootgesteld aan de asbestvezels die vrijkomen bij de straalwerkzaamheden of bij het opruimen van gebruikt grit.
Voorlichting over asbest in straalgrit
Voorlichting over de mogelijke gezondheidsrisico's over asbest in straalgrit is in zo'n situatie hard nodig. In een artikel voor het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringskunde van februari 2019 beschrijven arbeidshgygiënist Peter van Balen en bedrijfsarts Rik Menting hoe PreventPartner in deze situatie te werk is gegaan. Zij leggen de nadruk op de samenwerking bij het vertalen van de mogelijk blootstelling naar het potentiële gezondheidsrisico en de manier waarop de risicocommunicatie kan worden uitgevoerd.
Meer weten?
Wilt u meer weten over deze aanpak? Lees het artikel of neem contact met ons op.
Biologische monitoring (kortweg biomonitoring) betreft het meten van chemische stoffen in bloed of urine. Anders dan bij het meten van de concentratie van een stof in de lucht of besmetting op de huid, meet biomonitoring of het lichaam de stof heeft opgenomen. Het maakt daarbij niet uit op welke manier de stof in het lichaam is gekomen (inademing, huidblootstelling of via inslikken).
Omdat bij biomonitoring lichaamsvloeistoffen als medium voor onderzoek worden gebruikt, beschouwt men het inzetten van deze techniek het domein van de bedrijfsarts. Dat lijkt zeker het geval als er sprake is van het meten van effecten van blootstelling in het lichaam (biologische effect monitoring). De vertaling van deze effecten naar mogelijke aandoeningen is inderdaad een taak van een arts. In die gevallen is er een relatie tussen biologisch relevante effecten en de gevolgen daarvan voor het individu. Anders ligt dat bij het gebruik van biomonitoring om blootstelling vast te kunnen stellen. Daarbij is er een relatie tussen de gemeten concentratie van een stof of metaboliet en de werkomgeving van die persoon. Dat is met name het werkterrein van de arbeidshygiënist. Bedrijfsarts en arbeidshygienist werken dan ook nauw samen om te achterhalen wat de blootstelling in het werk voor invloed kan hebben op het ontstaan van mogelijke beroepsziekten.
Jolanda Willems (arbeidshygienist en toxicoloog) en Rik Menting (bedrijfsarts) van PreventPartner hebben samen met enkele andere auteurs over die samenwerking een opinie-artikel geschreven voor het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde. Op goede wijze biomonitoring inzetten, kan veel meerwaarde opleveren en een cruciale rol spelen in de preventie van beroepsziekten door toxische stoffen.
Mocht u vragen hebben over het toepassen van biomonitoring in uw situatie kunt u hierover gewoon contact met ons opnemen.
Chroom-6 is een gevaarlijke stof. Erger, Chroom-6 is een kankerverwekkende stof. De media berichten hier momenteel graag over. Berichtgeving die onrust veroorzaakt. Onrust die soms beteugeld wordt met disproportionele maatregelen. In de snelheid van handelen lijkt te worden vergeten dat het gevaar van Chroom-6 alleen in specifieke situaties daadwerkelijk een risico is. Wees daarom kritisch bij het beoordelen van werken met Chroom-6. Weet wanneer het gevaar van het werk een risico wordt en wanneer niet. Verzamel kennis om de risico’s juist in te schatten en te beheersen.
Chroom-6 kan kanker veroorzaken bij herhaalde blootstelling. De stof moet daarvoor daadwerkelijk ingeademd of ingeslikt worden. En als dat gebeurt, moet de stof verschillende natuurlijke barrières in het lichaam passeren voor ze schade veroorzaakt. Onder andere deeltjesgrootte en concentratie van de chroomverbindingen zijn hierbij belangrijke factoren.
Voorkom onrust en investeringen door opeenstapelingen van maatregelen waarvan de toegevoegde waarde voor het reduceren van het risico niet duidelijk is, door:
- een grondige analyse uit te voeren naar de daadwerkelijke risico’s op basis van werkplekonderzoek, metingen en literatuur;
- maatregelen te nemen op basis van het risico (denk hierbij aan voorkomen van individuele blootstelling en het voorkomen van onnodige verspreiding in het milieu);
- het effect van eventuele maatregelen te monitoren door het meten van chroom in de urine, waarbij een beeld gekregen wordt van recente blootstelling (biologische monitoring).
Kennis en kunde zijn hiervoor onontbeerlijk. Raadpleeg een expertise centrum toxische stoffen of een gecertificeerde arbeidshygiënist/toxicoloog. PreventPartner heeft ruime ervaring en is je graag van dienst.
Meer weten? Stel ons een vraag via ons contactformulier.
Op 29 november geeft Gerard de Groot op het HSE-jaarcongres 2018 van Sdu een tweetal workshops over incidentonderzoek. In de workshop gaat hij in op het nut van incidentonderzoek ook in relatie tot het verbeteren of aanvullen van de risico-inventarisatie en -evaluatie. Een organisatie die haar incidenten onderzoekt én op basis van de conclusies actie onderneemt, is een lerende organisatie die probeert te verbeteren.
Gerard is een ervaren trainer/opleider. Als verantwoordelijk opleidingsmanager/docent heeft hij in de opleiding VKPM-MVK voor incidentonderzoek een prominente plaats ingeruimd. Gerard geeft ook een praktische 3-daagse training incidentonderzoek; zeer geschikt om in company interne deskundige medewerkers, zoals preventiemedewerkers, op te leiden. Aanbevolen voor bedrijven die met incidentonderzoek aan de gang willen en direct een eenduidige en pragmatische methodiek willen hanteren.
Gerard is één van de specialisten van PreventPartner. Wilt u meer weten over deze training neem dan contact met hem op.