Is de RI&E bij u vooral een verplicht nummer? Bij Fokus, een landelijke zorgorganisatie, hebben ze er juist een nuttige en interactieve teamdag van gemaakt. Het resultaat: een frisse aanpak waarbij medewerkers veel leren over een gezonde en veilige manier van werken, en die ook nog eens goed wordt ontvangen.
Maaikelien Wijma, arbeids- en organisatiedeskundige bij PreventPartner, vertelt dat ze begin 2018 werd benaderd door de directeur P&O van Fokus. Zij zocht een nieuwe aanpak voor de RI&E, waarbij de medewerkers in de teams actief betrokken worden. Maaikelien ontwikkelde samen met collega Ellen Wissink (arbeidshygiënist) en de werkgroep duurzame inzetbaarheid van Fokus een methode in de vorm van een workshop van één dag. Deze aanpak combineert de RI&E met bewustwording van de medewerkers over de manier waarop ze werken.
Over Fokus
Fokus verzorgt ondersteuning op maat voor mensen met een fysieke beperking, zodat zij op een gewone manier kunnen wonen en leven. De medewerkers van Fokus verlenen assistentie bij algemene dagelijkse levensverrichtingen, zoals aan- en uitkleden, toiletgang en eenvoudige verpleegtechnische handelingen. De cliënt bepaalt wanneer, waarbij en hoe. De dienstverlening is 24 uur per dag, 7 dagen per week. Fokus zit door het hele land. Vanuit een ‘unit’ bieden medewerkers assistentie bij een groep van zo’n 15 huizen in een wijk of flat.
Volgens Maaikelien is de theorie over veilig, gezond en met plezier werken over het algemeen wel bekend, maar de praktijk blijkt zoals altijd weerbarstig. Wat doe je als een cliënt meer fysieke hulpmiddelen nodig heeft? Wat doe je als hij/zij het niet eens is met de aanpak? Of als je onder tijdsdruk staat? Hoe maak je als team goede afspraken om samen te werken?
Het mooie van deze workshop is dat medewerkers hun verhaal kwijt kunnen. Ze staan stil bij wat ze doen, en vooral ook waarom ze iets wel of juist niet doen. Dat ‘waarom’ is vaak heel legitiem en is gelijk een goed uitgangspunt om te kijken hoe iets wél kan werken.
“We werken op zo’n dag dus aan het bespreekbaar maken van risico’s in het werk, knelpunten en ook al aan het begin van de oplossingen” zegt Maaikelien. “Dit vormt de input voor de RI&E. Daarnaast worden er ook vaak positieve ervaringen gedeeld. Dat zorgt voor herkenning en versterkt het teamgevoel.”
De basis: beleid-RI&E
Samen met Ellen begon Maaikelien met de beleids-RI&E bij Fokus: “Daarin bekijken we of voor alle risico’s die bij Fokus voorkomen er actueel en goed beleid is. Denk daarbij aan een degelijk arbobeleidsplan, protocollen en implementatie daarvan. In een zorginstelling zijn onderwerpen zoals fysieke belasting, werkdruk, ongewenst gedrag en infectiepreventie vaak de gebieden die extra aandacht nodig hebben.” Op basis van deze beleids-RI&E is een plan van aanpak gemaakt dat jaarlijks actueel wordt gehouden.
De praktijk: workshop ‘Werk maken van inzetbaarheid’
Vervolgens is de vertaling gemaakt naar de praktijk. In de afgelopen 6 jaar (met enige vertraging door COVID-19) hebben bijna alle 98 teams deelgenomen aan de workshop ‘Werk maken van inzetbaarheid’. Tijdens de workshop is er veel ruimte voor gesprekken en interactie. “We willen medewerkers bewust maken van gezond, veilig en met plezier werken en de belangrijkste risico’s in kaart brengen. Dat doen we door spelelementen te gebruiken. Zo werken we met stellingen, plaatjes of met een quiz om onderwerpen toegankelijk en dynamisch te maken” geeft Maaikelien aan. “Gedurende de dag komen verschillende thema’s aan bod, zoals fysieke belasting , psychosociale arbeidsbelasting en gebouwen/collectieve voorzieningen. Tijdens de workshop is er tijd om zaken echt goed uit te diepen, wat vaak leidt tot interessante en verrassende gesprekken. Je kunt veel van elkaar leren. Bij fysieke belasting gaat het bijvoorbeeld over het belang van duidelijke afspraken binnen het team; dat je als team op één lijn zit. Bij psychosociale arbeidsbelasting vragen we aan medewerkers op een ‘meetlat’ te gaan staan. Hierbij moeten ze op het cijfer gaan staan dat ze geven aan de werkdruk en het werkplezier dat ze ervaren. Dit is meestal het startschot voor een open gesprek over de voldoening die mensen halen uit hun werk, maar ook de druk die het werk met zich meebrengt.” Na enige uitleg over stressoren en energiebronnen in hun werk mogen medewerkers zelf met stickers aangeven wat goed gaat in hun werk en wat beter kan. Met dat laatste gaan ze vervolgens zelf in groepjes aan de slag, en bedenken ze acties die in hun eigen invloedssfeer liggen. Het doel is om aan het eind van de dag een mooi overzicht te hebben van acties die ze binnen het team zelf kunnen oppakken.
Fysieke belasting - PreventPartner
Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) - PreventPartner
Team RI&E
Door de mix van externe trainers en interne trainer is er een goede aansluiting op de organisatie. Na de workshop maken de trainers een verslag, waaronder een samenvatting met de acties per team. Dit geheel wordt teruggekoppeld aan de manager en een contactpersoon binnen het team. Ook wordt jaarlijks een overzicht van de belangrijkste bevindingen gemaakt. Maaikelien: “Als ik bepaalde thema’s bij verschillende teams terug hoor komen, is dat belangrijke input voor de beleids-RI&E en de aandachtspunten voor Fokus voor het komende jaar. Bijvoorbeeld als blijkt dat er behoefte is aan extra training voor fysieke belasting, of als medewerkers niet weten hoe ze meldingen van grensoverschrijdend gedrag kunnen maken.”
Voordelen interactieve RI&E
De interactieve benadering van de RI&E maakt van de RI&E een waardevolle trainings/coachingsdag:
- Hoge betrokkenheid bij gezond en veilig werken: Medewerkers voelen zich actief betrokken bij het proces.
- Energiek en plezierig: Het is een leuke en energieke dag, die medewerkers motiveert en enthousiasmeert.
- Bewustwording van de werkwijze: Deelnemers worden zich direct bewust van hun eigen manier van werken en de impact daarvan.
- Directe input voor acties: Medewerkers bedenken zelf acties en oplossingen, wat bijdraagt aan het draagvlak.
- Opnieuw aandacht voor bestaande protocollen: Het is een goed moment om regels weer onder de aandacht te brengen en waar nodig bij te stellen.
- Co-trainerschap voor maatwerk: Door als PreventPartner met verschillende disciplines en samen met een co-trainer uit de organisatie te werken, wordt de sessie goed afgestemd op de specifieke behoeften van de teams en organisatie.
- Ruimte voor het uiten van meningen: Medewerkers krijgen de gelegenheid om zich uit te spreken over zaken die hen bezighouden, wat bijdraagt aan openheid en onderling begrip.
Ook van de RI&E een waardevol instrument maken?
Neem vrijblijven contact met ons op. De RIE is maatwerk en we zullen dit altijd in nauwe samenwerking met uw organisatie vormen.
Contact Preventpartner - PreventPartner
Donderdag 28 november hield de Contactgroep Chemie en Gezondheid (CGC) in Utrecht een hybride bijeenkomst over de ontwikkelingen van de RI&E. Onder de titel RI&E 2.0: Hoe gaat dit werken?
Werden onder andere vanuit het ministerie SZW en de SER de nieuwe initiatieven verteld om in Nederland te komen ook de laatste 35% van de organisaties (de niet-weters en niet-kunners) aan het inzicht te helpen welke risico’s hun medewerkers lopen en hoe ze die kunnen beheersen.
Vanuit PreventPartner heeft Peter van Balen aan de hand van zijn ervaringen de ontwikkeling over de afgelopen 35 jaar geschetst van de RI&E. Natuurlijk een heel persoonlijke blik maar volgens de reacties van deelnemers wel een heel herkenbare.
De presentaties zijn terug te vinden op de website van de CGC (rie-2-0).
In grote lijnen ziet hij een ontwikkeling van detail inventariseren, meer aandacht voor het treffen van beheersmaatregelen, samenwerking tussen arboprofessionals, verdieping van de RI&E door specialisten en nu als laatste stap samenwerking met de curatieve sector.
Via deze link kom je direct terecht bij de presentatie van Peter. PvBalen-Praktijk-ervaring-RIE
Hoofdpijn, koorts, algehele malaise: gewoon twee dagen ziek. Niets bijzonders zou je denken. “Maar als dit soort gezondheidsklachten relatief veel voorkomt op een afdeling of na specifieke (schoonmaak)werkzaamheden en er wordt met bacteriën gewerkt, is het goed om verder te zoeken”, vertelt arbeidshygiënist Remko Houba van PreventPartner.
Remko: “Ik werd gebeld door de HSE-manager van een bedrijf waar meerdere medewerkers al langere tijd dit soort gezondheidsklachten hadden. Ze gingen ziek naar huis, knapten op en gingen weer aan het werk. En vervolgens werden ze weer ziek. Niet altijd gelijk, maar toch wel opvallend vaak. Op een zeker moment kreeg één van de medewerkers een longontsteking. Dat was het moment waarop de HSE-manager aan de bel trok. Had dit misschien iets te maken met het werk?”
De ongevaarlijke boosdoener
Het bedrijf produceert kant-en-klaarmaaltijden. In de keuken worden de ingrediënten gemaakt, op een opscheplijn worden de bakjes gevuld, vervolgens wordt er melkzuurbacterie overheen gespoten voor de houdbaarheid en daarna wordt de maaltijd geseald. Remko: “Die melkzuurbacterie is ongevaarlijk. Het gebruik hiervan is goedgekeurd door de voedsel- en warenautoriteit en we krijgen ze via verschillende voedingsmiddelen binnen. Maar daar zit precies het verschil: dan eten we de bacterie en komt hij in ons spijsverteringskanaal. Bij dit bedrijf wordt de melkzuurbacterie opgelost in water, dat vervolgens met kracht wordt verneveld over het eten. Als je deze hele fijne nevel inademt gaat dat direct de longblaasjes in. Bovendien betrof het in dit geval een continue, hoge blootstelling. Hoewel de bacterie onschadelijk is, reageert het lichaam toch om deze indringer eruit te zetten. Dit zorgt bij deze hoge blootstelling voor een zogeheten ‘toxische inhalatiekoorts’, wat zorgt voor griepachtige verschijnselen.”
De verneveling gebeurde van vrij grote hoogte en met grote kracht. Remko vertelt dat de installatie om onbekende reden was geleverd door een andere partij dan de leverancier van de melkzuurbacterie. “De leverancier van de melkzuurbacterie is bekend met het risico op inhalatiekoorts. Dit risico werd ook netjes gemeld op het veiligheidsinformatieblad en in hun eigen systeem zijn voorzieningen getroffen om blootstelling te voorkomen.” Inmiddels is de installatie aangepast en de leverancier heeft naar aanleiding van deze casus besloten om de melkzuurbacterie niet meer te leveren zonder hun systeem.
Tips
Remko vertelt dat hij toxische inhalatiekoorts door blootstelling aan bacteriën op het werk met enige regelmaat ziet. “In dit geval was er een continue blootstelling, maar dit soort klachten komen typisch ook voor bij schoonmaakwerkzaamheden op plekken waar met bacteriën wordt gewerkt. Bijvoorbeeld bij bedrijven die een waterzuiveringsinstallatie hebben: medewerkers zijn dan na de uitgebreide schoonmaak – wat vaak gebeurt met hogedruk waardoor de bacteriën de lucht in worden geblazen – ineens één of twee dagen ziek.” Remko geeft de volgende tips:
- Check altijd het veiligheidsinformatieblad – ook bij natuurlijke producten.
- Laat een goede RI&E uitvoeren en neem hier ook stoffen in op van biologische herkomst. Overweeg om hier een arbodeskundige (arbeidshygiënist) bij te betrekken die expertise heeft op dit vlak.
- Laat uitzoeken of er een relatie is met werk als er opvallend veel medewerkers met griepachtige klachten zijn en er wordt gewerkt met bacteriën
Denkt u dat er in uw bedrijf mogelijk een relatie is tussen het werk met biologische stoffen of bacteriën en gezondheidsklachten van medewerkers? Neem dan contact met ons op via
Fenneke Linker en Hessel Holwerda geven de tweedaagse masterclass blootstelling stoffen bij voldoende deelnemers (ca. 8). Bij voorkeur centraal gelegen en/of in Hotel de Bilderberg - Oosterbeek. Alle details over de Masterclass staan onder het inschrijfformulier. Hebt u interesse in een in-company training? Gebruik dan onderstaand formulier en vink "in-company" aan, en wij nemen contact met u op om uw wensen en een datum te bespreken.
De doelgroep zijn arbeidshygiënisten (AH/MAH) die zich in de praktijk reeds bezig houden met de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Behalve je case breng je ook je inventarisatie mee. Daarmee gaan wij aan het werk.
De organisatie en facturatie zal vanuit PreventPartner plaats vinden. De kosten zijn 650 Euro per dag, waarbij een PO of getekende offerte voorafgaand ontvangen moet zijn. Onder het formulier meer informatie over de masterclass.
Inschrijven gaat als volgt:
- Vul het formulier hieronder in voor een voorlopige inschrijving.
- Je ontvangt hierna een offerte voor de definitieve inschrijving.
- Schrijf je zeker ook voorlopig in wanneer je een andere keer wilt deelnemen – we houden je dan op de hoogte. Gelijktijdig weten wij dan ook of er voldoende interesse is voor een volgende sessie.
Twee dagen training met als onderwerpen:
- Handig omgaan met de stoffenlijst
- Prioriteringsmethode
- Welke grenswaarden hanteren?
- Wat wanneer meten?
- Meetresultaten evalueren en rapporteren
- Adviezen voor PAGO/PMO
- Wanneer biomonitoring?
Doelgroep: Arbeidshygiënisten (AH/MAH) die in de praktijk al bezig zijn met de beoordeling van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Wij willen jullie bewust maken van de zaken waar je naar moet kijken, nog voordat je denkt aan meten. Wij verwachten dat jullie een case inbrengen en dat je bovendien de bijbehorende stoffeninventarisatie meeneemt. Presenteren van bevindingen (3 sheets) en het geven van adviezen (1 sheet) hoort ook bij de training.
Het programma
Dag 1 begint met het kader van waaruit je werkt. Waar ligt nu het gevaar en wat is het risico? De Rene Bekman methode (link) wordt geïntroduceerd en aan de hand van ingebrachte cases praten we over welke grenswaarden gehanteerd kunnen worden en een hiërarchie hierbij. Verder worden blootstellingsmodellen (Stoffenmanager, ART [Advanced REACH Tool]) behandeld en geoefend. In het avondprogramma worden ingebrachte cases verder behandeld.
Dag 2 gaat over wel of niet meten, het bepalen van een meetplan (cases!) inclusief onderbouwing, en hoe de evaluatie en rapportage van de meetresultaten eruit zou moeten zien. Vervolgens wordt de link gelegd naar een PAGO/PMO advies, en het eventueel optuigen van biomonitoring (waarom, wanneer wel, wanneer niet). En ‘last, but not least’: hoe één en ander verankerd is/zou moeten zijn in jouw bedrijfsprocedures.
Kortom: 2 volle dagen vol aan de bak! Locatie: Hotel De Bilderberg in Oosterberg.
Wat kost het: 650 Euro/per dag, totaal 1300 Euro. Dit is inclusief de lunches en het diner op dag 1. Een eventuele overnachting ter plaatse is voor eigen rekening.
Wat krijg je hiervoor?
Twee dagen, twee docenten
- Adviezen met betrekking tot jouw ingebrachte case.
- Welke beroepsziekten je wanneer kunt verwachten
- Training in de Prioriteringsmethode René Bekman
- Handvaten om te bepalen welke grenswaarden je moet aanhouden
- Modeleren van blootstelling
- Het evalueren en rapporteren van meetresultaten
- Adviezen geven voor PAGO/PMO
- Wanneer biomonitoring toepassen
- De mogelijkheid om te sparren met vakgenoten
- En genoeg tijd om vragen te stellen
Eén op de zes werknemers wordt tijdens het werk blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Bedrijfsartsen kunnen te maken krijgen met werknemers met gezondheidsklachten die het gevolg kunnen zijn van blootstelling aan een (on)bekende giftige stof. Hoe dan te handelen? Recent is een online artikel verschenen met twee stappenplannen voor de bedrijfsarts. Het ene plan is bruikbaar zijn bij acute vergiftiging van een medewerker, het andere bij vermoeden van klachten door een (on)bekende stof. Het artikel is geschreven door twee bedrijfsartsen die aan het einde van hun opleiding zelf meer handvatten zochten voor deze casuïstiek. Twee leden van het Expertisecentrum Toxische Stoffen van PreventPartner schreven mee. Blootstelling van een medewerker tijdens een incident wordt meestal afgehandeld door de BHV-organisatie van een bedrijf. Goed is dat de bedrijfsarts wordt geïnformeerd dat het incident heeft plaats gevonden meer lezen
Aan verzuimanalyses wordt in de praktijk veel waarde gehecht en soms worden er grote consequenties aan verbonden. Volgens de nieuwe toetsingscriteria voor de risico-inventarisatie en -evaluatie is een verzuimanalyse een belangrijke bron om inzicht te krijgen in arbeidsgerelateerd verzuim. Echter, "niet alles dat geteld kan worden is waardevol en niet alles wat waardevol is, kan geteld worden". Onder dit motto is op het nationale arbeidshygiënisten-symposium van 2024 de waarde van verzuimanalyses ter discussie gesteld. De presentatie van dit betoog is te vinden via deze link.