In 2020 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) haar adviezen over bewegen en gezondheid aangevuld met adviezen over langdurig zitten. Zeer relevant voor Nederland, want uit onderzoek van TNO blijkt dat Nederlanders de twijfelachtige eer hebben ‘Europees kampioen zitten’ te zijn. Specialist fysieke belasting Dianne Commissaris vertelt hoe je beweging krijgt in je werkdag.
Het klinkt misschien vreemd, maar te weinig bewegen en jezelf te weinig inspannen kan het lichaam schade toebrengen”, zegt Dianne. “Langdurig zitten verhoogt het risico op onder andere hart- en vaatziekten, diabetes type II en vroegtijdig overlijden. Wanneer het zitten met beeldschermwerk wordt gecombineerd, is er ook sprake van een verhoogde kans op klachten aan armen, nek en schouders.”
Aanbevelingen bij zittend werk
Om risico’s te vermijden en zittend werk aan de werknemer aan te passen, geeft het Europees Agentschap voor veilig en gezond werken (EU-OSHA) de volgende aanbevelingen:
- maximaal 50% van de werkdag zittend doorbrengen;
- niet langdurig zitten – ernaar streven ten minste om de 20-30 minuten op te staan;
- altijd ten minste 10 minuten staan na twee uur zitten;
- maximaal 5 uur per dag zittend werken;
- een actieve werkhouding aannemen door zitten, staan en lopen af te wisselen.
Lees hier wat je zelf kunt doen om meer in beweging te komen op je werkdag
Dynamisch zitten
Dianne vertelt dat deskundigen in heel Europa inmiddels afscheid hebben genomen van de bekende 90-90-90-regel: “Dat is een zithouding met hoeken van 90 graden in heupen, knieën en enkels. Het aanhouden van deze houding ziet men niet langer als ideaal. Men promoot ‘dynamisch zitten’, waarbij je voortdurend van zithouding verandert. Hier hoort de slogan bij: De beste houding is de volgende houding.”
EU-OSHA geeft daarnaast de volgende richtlijnen voor werkgevers om het werk dynamischer te maken:
- Zorg voor een geschikte ergonomische werkplek en omgevingsomstandigheden als uitgangspunt, met de mogelijkheid tot individuele instelbaarheid, dynamisch zitten en zit-sta-werkplekken.
- Organiseer het werk zo dat het uitnodigt tot weinig zitten en veel bewegen en waarin werknemers voldoende mogelijkheden hebben om wanneer nodig een beweeg-pauze te nemen.
- Zorg voor een werkomgeving en cultuur die beweging stimuleren, bijvoorbeeld door afvalbakken en printers op afstand te plaatsen. Bij vergaderingen kan tijd worden ingepland voor strekoefeningen.
- Overleg met en actieve betrokkenheid van werknemers.
- Stimuleer gezond gedrag, bijvoorbeeld door informatie en training over langdurig zitten aan te bieden. Dit werkt alleen in combinatie met de eerdergenoemde adviezen.
- Veranker deze strategie in beleid en praktijken op organisatieniveau.
Advies op maat
Wilt u meer weten over fysieke onderbelasting en hoe u uw organisatie in beweging krijgt? Neem dan contact op met het Expertisecentrum Fysieke Belasting van PreventPartner.
Het is deze maand 10 jaar geleden dat PreventPartner is opgericht. Meer aandacht voor preventie als het gaat om gezond en veilig werken was onze drijfveer. En dat is nog steeds zo.
PreventPartner kent een bijzondere organisatievorm, een coöperatie, dus geen winstdoel. Toegevoegde waarde voor onze klanten en samenwerking staat voorop. In alles wat we doen, gaan we er vanuit dat iedereen moet profiteren. Met meer dan 30 partners hebben we een grote diversiteit aan kennis en ongelofelijk veel ervaring bij elkaar.
Dank aan alle organisaties die ons de afgelopen 10 jaar hebben ingehuurd. Op naar de volgende 10 jaar!
Hoewel medicijnen zijn bedoeld om mensen en dieren beter te maken, bevatten ze vaak stoffen die gevaarlijk zijn voor de medewerkers die ermee in aanraking komen. Onder andere cytostatica (gebruikt voor behandeling van kanker) vallen daarom onder de CMR-directive, de Europese richtlijn voor veilig werken met kankerverwekkende, mutagene en reproductie gevaarlijke stoffen. De nieuwe gids voor het veilig werken met deze medicijnen helpt met praktische voorbeelden, van productie tot afvalhandeling.
PreventPartner heeft vanuit Nederland een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit belangrijke en veelomvattende document. De complete levenscyclus van medicijnen is opgenomen en daarmee een belangrijke bron van informatie voor onder andere farmaceuten, vervoerders, mensen die werken in de opslag, apothekers, artsen en verpleging (toediening), schoonmakers en afvalhandeling (afvalwater). Er is een specifiek hoofdstuk opgenomen voor diergeneeskunde.
Getoetst in de praktijk
Voor deze richtlijn is in de 27 EU-landen geïnventariseerd wat er al beschikbaar was over werken met gevaarlijke medicijnen, zoals richtlijnen. Wat stond daar al in en wat was de status van die richtlijnen? PreventPartner deed dit onderzoek in de Benelux. Vervolgens is in samenwerking met verschillende experts vanuit de EU een conceptdocument opgesteld, wat via online workshops is besproken met betrokkenen. Op basis van de commentaren is een tweede concept gepresenteerd dat op verschillende plekken in de EU in de praktijk is getoetst. In Nederland is dat besproken in interviews en bezoeken; onder andere bij Meander Medisch Centrum (de cleanroom facility waar medicijnen voor toediening gereed worden gemaakt een de dagbehandeling) en bij Rendex (een wasserij voor ziekenhuiskleding).
Praktische voorbeelden voor werken met gevaarlijke medicijnen
In de richtlijn is praktische informatie te vinden per onderdeel van de levenscyclus. Je vindt er ook informatie over hoe je een RI&E uitvoert in bijvoorbeeld een apotheek, bij een toedieningsruimte of voor het schoonmaken. In de uitgebreide bijlagen zijn stappenplannen opgenomen en informatie over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals handschoenen, adembescherming en veiligheidsbrillen.
Het definitieve document is in het Engels gepubliceerd. Het document wordt op dit moment vertaald naar alle EU-talen.
Verder lezen:
Lees hier meer over werken met gevaarlijke stoffen >>
Lees hier meer over arbeidshygiëne >>
Lees hier meer over PreventPartner als partner voor professionals >>
De risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) geeft een algemeen overzicht van de arbeidsrisico’s in uw bedrijf. “Het is een soort quickscan, waarmee je in grote lijn kijkt welke specifieke risico’s voor het bedrijf van belang zijn”, vertelt Theo Casteel, hoger veiligheidskundige bij Preventpartner. “Bij de verdiepende RI&E wordt het echt interessant, dan kijk je meer in detail én breder naar hoe er wordt gewerkt en welke risico’s dat met zich meebrengt.”
“Stel je hebt veel machines. Bij de algemene RI&E wordt geconstateerd dat er machines zijn en wordt er in grote lijnen gekeken naar machineveiligheid en beveiliging. Bij de verdiepende RI&E kijk je breder, dus ook bijvoorbeeld of de machines voldoen aan de normen en blootstelling aan geluid. En als een machine poedervormige producten verwerkt, worden ook het werken met stoffen en explosieveiligheid meegenomen. Er wordt dus dieper naar de specifieke werkprocessen in het bedrijf gekeken, in dit geval werken met machines, waarbij alle arbo-aspecten en -disciplines worden meegenomen.”
Aanpassingen? Neem arbo mee!
Staan er aanpassingen op stapel, dan is het volgens Theo een goed idee de verdiepende RI&E’s erbij te pakken. Zij bieden een bron aan informatie om zaken te verbeteren in de organisatie. “Kijk vóóraf al wat mogelijk is. Op basis van de werkprocessen en de verdiepende RI&E kun je duidelijke uitgangspunten definiëren. In de praktijk zie ik helaas vaak het tegenovergestelde gebeuren. Om bij de machines te blijven: vaak is alleen bekend wat de machine moet kunnen. De specificaties worden daarop gebaseerd. Als de machine er dan staat, moeten er ineens nog (kostbare) aanpassingen worden gedaan. Maar ook bepaalde risico’s kunnen aanzienlijk worden verminderd als de verdiepende RI&E er vooraf al bij wordt gepakt: “Soms is het bijvoorbeeld mogelijk om het systeem semi-gesloten te maken.”
Wanneer moet je een verdiepende RI&E uitvoeren?
Voor verschillende onderwerpen is een verdiepende RI&E nodig. Kijk hier voor de volledige lijst van onderwerpen. Theo licht er een aantal specifieke groepen werknemers uit waar extra naar gekeken moet worden: stagelopers, jeugdigen (jonger dan 18 jaar) en inleenkrachten. “Als er regelmatig stagiairs of inleenkrachten in het bedrijf werken, dan is het belangrijk eens kritisch te kijken naar hoe zij werken. Stagiairs en jongeren zijn weinig ervaren in het werkveld en hoewel inleenkrachten wellicht al wel ervaren zijn met het werk, is de specifieke werkomgeving nieuw.” Belangrijke aandachtspunten zijn volgens Theo het inwerken en de werkinstructies en toezicht.
“Een andere groep om aandacht aan te besteden is anderstaligen. In verschillende sectoren werken veel mensen uit Oost-Europa. Dat zijn goede krachten, maar vaak spreken ze nauwelijks Nederlands en ook weinig Engels. Hoe controleer je dat ze de informatie echt hebben begrepen? Dit geldt uiteraard voor bedrijven die veel buitenlandse medewerkers in dienst hebben, maar denk bijvoorbeeld ook aan de mensen die via een andere organisatie in uw bedrijf komen schoonmaken. Als zij ook machines moeten schoonmaken, maar ze weten niet dat de machine uit moet staan, kan dat gevaarlijke situaties opleveren.”
Hoe wordt een verdiepende RI&E opgesteld?
Tijdens de algemene RI&E komen de zaken naar voren die onvoldoende belicht zijn. Bijvoorbeeld het onderwerp gevaarlijke stoffen. In de verdiepende RI&E wordt er in detail gekeken naar de risico’s hiervan. Theo: “Welke stoffen komen voor in het bedrijf en welke risico’s brengen die met zich mee voor de gezondheid of de veiligheid van medewerkers, denk daarbij aan explosieveiligheid. Vervolgens kijken we naar de risico’s onder normale procesomstandigheden, bij afwijkende maar voorspelbare omstandigheden, zoals storingen en onderhoud en tot slot naar abnormale risico’s. Bij dat laatste kun je denken aan silo’s op het dak: in principe is dat veilig en dicht, maar wat gebeurt er bij blikseminslag?” We kijken daarna naar de maatregelen die genomen zijn voor die risico’s”, vertelt Theo. “Hoe zijn de risico’s afgedekt, zowel technisch als organisatorisch en wat is er nog nodig? Daaruit volgt een plan van aanpak.”
Ervaring van deskundigen: een bron van inspiratie
Theo Casteel heeft al heel wat bedrijven gezien en die ervaring brengt hij mee naar andere bedrijven: “Het is sowieso aan te raden om bij collega-bedrijven te informeren hoe ze zaken hebben aangepakt, maar deskundigen hebben veel kennis over hoe andere bedrijven zaken hebben opgelost, ook in andere sectoren. Dit zorgt voor een frisse blik op het proces. Ik hoop BV-Nederland zo op weg te helpen om veiliger te worden.”
De risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is een belangrijk hulpmiddel om risico’s op ongevallen en verzuim te minimaliseren. In de Arbowet staat daarom dat ieder bedrijf met medewerkers een RI&E moet hebben. Een gecertificeerde arbodeskundige moet de RI&E (in de meeste gevallen) toetsen. Hoe werkt dat?
De RI&E geeft een overzicht van alle mogelijke risico’s op het gebied van gezond en veilig werken. Het is in de basis een lijst van de risico’s die in het bedrijf voorkomen en maatregelen die worden genomen om die risico’s te minimaliseren. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die actief aan de slag gaan met het inventariseren van risico’s, beter op de hoogte zijn van de risico’s, betere maatregelen nemen en daardoor minder uitval, minder ongevallen en lagere kosten hebben.
In ziekenhuizen wordt de prospectieve risico-inventarisatie (PRI) ingezet om risico’s vooraf te onderkennen om maatregelen te kunnen treffen om de negatieve gevolgen tegen te gaan. Voorafgaand aan een grote wijziging in een proces, een verbouwing of de aanschaf van een apparaat wordt onderzocht welke risico’s kunnen ontstaan en hoe deze voorkomen dan wel zo goed mogelijk beheerst kunnen worden.
Proactief.
De PRI is een instrument in het voor ziekenhuizen verplichte veiligheidsmanagementsysteem (VMS), om voordat grote wijzigingen in processen worden geïmplementeerd, de risico’s voor de patiëntveiligheid te inventariseren. Binnen het Deventer Ziekenhuis is ervoor gekozen om medewerkerveiligheid en informatiebeveiliging daarin mee te nemen vanuit de gedachte zonder medewerkerveiligheid geen patiëntveiligheid. In dit PRI-proces is een gedegen samenwerking ontstaan tussen de afdeling klinische fysica, informatiebeveiliging, kwaliteit en veiligheid en Arbo. Hierbij is de arbeidshygiënist de procesbegeleider geworden voor de uitvoering van de PRI als hert zwaartepunt ligt op veiligheid en gezondheid voor de medewerker. Focus In haar presentatie hierover op het afgelopen symposium van de NVvA gaf Ceciel Lansing aan hoe een dergelijk PRI-proces eruiz ziet, wat je rol is als procesbegeleider, het belang van focus in wat je wilt bereiken en dat je zo vroeg mogelijk betrokken moet raken; dus in het vroege ontwerpproces of nog liever bij de eerste ideeen vorming. Hoe vroeger hoe groter de mogelijkheden om in het ontwerp de maatregelen opgenomen te krijgen die nodig zijn voor veilig werken. Dus niet als het principebesluit al is genomen en stap 1 in de arbeidshygienische strategie is overgeslagen maar daarvoor. Meer weten neem contact met ons op.