Biologische monitoring (kortweg biomonitoring) betreft het meten van chemische stoffen in bloed of urine. Anders dan bij het meten van de concentratie van een stof in de lucht of besmetting op de huid, meet biomonitoring of het lichaam de stof heeft opgenomen. Het maakt daarbij niet uit op welke manier de stof in het lichaam is gekomen (inademing, huidblootstelling of via inslikken).
Omdat bij biomonitoring lichaamsvloeistoffen als medium voor onderzoek worden gebruikt, beschouwt men het inzetten van deze techniek het domein van de bedrijfsarts. Dat lijkt zeker het geval als er sprake is van het meten van effecten van blootstelling in het lichaam (biologische effect monitoring). De vertaling van deze effecten naar mogelijke aandoeningen is inderdaad een taak van een arts. In die gevallen is er een relatie tussen biologisch relevante effecten en de gevolgen daarvan voor het individu. Anders ligt dat bij het gebruik van biomonitoring om blootstelling vast te kunnen stellen. Daarbij is er een relatie tussen de gemeten concentratie van een stof of metaboliet en de werkomgeving van die persoon. Dat is met name het werkterrein van de arbeidshygiënist. Bedrijfsarts en arbeidshygienist werken dan ook nauw samen om te achterhalen wat de blootstelling in het werk voor invloed kan hebben op het ontstaan van mogelijke beroepsziekten.
Jolanda Willems (arbeidshygienist en toxicoloog) en Rik Menting (bedrijfsarts) van PreventPartner hebben samen met enkele andere auteurs over die samenwerking een opinie-artikel geschreven voor het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde. Op goede wijze biomonitoring inzetten, kan veel meerwaarde opleveren en een cruciale rol spelen in de preventie van beroepsziekten door toxische stoffen.
Mocht u vragen hebben over het toepassen van biomonitoring in uw situatie kunt u hierover gewoon contact met ons opnemen.
Chroom-6 is een gevaarlijke stof. Erger, Chroom-6 is een kankerverwekkende stof. De media berichten hier momenteel graag over. Berichtgeving die onrust veroorzaakt. Onrust die soms beteugeld wordt met disproportionele maatregelen. In de snelheid van handelen lijkt te worden vergeten dat het gevaar van Chroom-6 alleen in specifieke situaties daadwerkelijk een risico is. Wees daarom kritisch bij het beoordelen van werken met Chroom-6. Weet wanneer het gevaar van het werk een risico wordt en wanneer niet. Verzamel kennis om de risico’s juist in te schatten en te beheersen.
Chroom-6 kan kanker veroorzaken bij herhaalde blootstelling. De stof moet daarvoor daadwerkelijk ingeademd of ingeslikt worden. En als dat gebeurt, moet de stof verschillende natuurlijke barrières in het lichaam passeren voor ze schade veroorzaakt. Onder andere deeltjesgrootte en concentratie van de chroomverbindingen zijn hierbij belangrijke factoren.
Voorkom onrust en investeringen door opeenstapelingen van maatregelen waarvan de toegevoegde waarde voor het reduceren van het risico niet duidelijk is, door:
- een grondige analyse uit te voeren naar de daadwerkelijke risico’s op basis van werkplekonderzoek, metingen en literatuur;
- maatregelen te nemen op basis van het risico (denk hierbij aan voorkomen van individuele blootstelling en het voorkomen van onnodige verspreiding in het milieu);
- het effect van eventuele maatregelen te monitoren door het meten van chroom in de urine, waarbij een beeld gekregen wordt van recente blootstelling (biologische monitoring).
Kennis en kunde zijn hiervoor onontbeerlijk. Raadpleeg een expertise centrum toxische stoffen of een gecertificeerde arbeidshygiënist/toxicoloog. PreventPartner heeft ruime ervaring en is je graag van dienst.
Meer weten? Stel ons een vraag via ons contactformulier.
Op 29 november geeft Gerard de Groot op het HSE-jaarcongres 2018 van Sdu een tweetal workshops over incidentonderzoek. In de workshop gaat hij in op het nut van incidentonderzoek ook in relatie tot het verbeteren of aanvullen van de risico-inventarisatie en -evaluatie. Een organisatie die haar incidenten onderzoekt én op basis van de conclusies actie onderneemt, is een lerende organisatie die probeert te verbeteren.
Gerard is een ervaren trainer/opleider. Als verantwoordelijk opleidingsmanager/docent heeft hij in de opleiding VKPM-MVK voor incidentonderzoek een prominente plaats ingeruimd. Gerard geeft ook een praktische 3-daagse training incidentonderzoek; zeer geschikt om in company interne deskundige medewerkers, zoals preventiemedewerkers, op te leiden. Aanbevolen voor bedrijven die met incidentonderzoek aan de gang willen en direct een eenduidige en pragmatische methodiek willen hanteren.
Gerard is één van de specialisten van PreventPartner. Wilt u meer weten over deze training neem dan contact met hem op.
Op 30 november organiseert het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten voor de 28e keer de Heijermanslezing. Deze keer staat het programma in het teken van gevaarlijke stoffen. Door blootstelling aan gevaarlijke stoffen in het werk komen in Nederland jaarlijks enkele duizenden mensen om het leven.
In deze bijeenkomst zal onder meer Rik Menting ingaan op de nieuwe leidraad voor het preventief medisch onderzoek (PMO) bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Rik is bestuurslid en adviseur in het expertisecentrum toxische stoffen van PrevenPartner en bedrijfsarts. In zijn bijdrage belicht hij in het bijzonder de rol van de bedrijfsarts in de nieuwe PMO-leidraad.
De naamgever van deze lezing is Louis Heijermans, een sociaal geneeskundige die onder meer de grondlegger is van de Amsterdamse GG&GD en in zijn werk veel aandacht heeft gehad voor de relatie tussen arbeid en ziekten. Zijn belangrijke boek Handleiding tot de kennis der beroepsziekten uit 1908 gaat daar ook over.
Het programma van de Heijermanslezing kun je vinden via deze link.
PreventPartner heeft veel expertise over het uitvoeren van een PMO, waaronder biologische monitoring, voor gevaarlijke stoffen. Wij trainen bedrijfsartsen in het uitvoeren ervan of ondersteunen bij de uitvoering. Wilt u meer weten over onze dienstverlening op het gebied van trainingen PMO of biologische monitoring, stuur dan een email naar
Vorige week verschenen de lang verwachte rapporten over de gezondheidsrisico's van blootstelling aan asbestvezels uit met wit asbest verontreinigd straalgrit. In het najaar van 2017 bleek dat dit straalgrit vanaf mei 2015 bij meer dan 600 locaties in Nederland, Duitsland en België is toegepast. Zowel eigen medewerkers, als ook omstanders en omwonenden konden zijn blootgesteld aan asbestvezels. Dit leidde tot ongerustheid in verband met de daarbij behorende risico's voor de gezondheid.
Ook dit najaar komt er weer een subsidieronde voor projecten op het gebied van Duurzame Inzetbaarheid. Het volgende aanvraagtijdvak loopt van 12 tot en met 16 november a.s.
Bedrijven die projecten willen opstarten om gezond en veilig werken te verbeteren en om medewerkers langer en met plezier aan het werk te houden, kunnen gebruik maken van de subsidieregeling van het Europees Sociaal Fonds (ESF). De subsidie is bestemd voor het inhuren van een adviseur om een dergelijk project te begeleiden.
Meer informatie over de subsidieregeling kunt u hier vinden.
Ook in het voorjaar van 2019 zal er weer een tijdvak zijn om de subsidie aan te vragen. Een werkgever kan de subsidie aanvragen voor één project en in één tijdvak.
PreventPartner heeft veel ervaring met projecten op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Mocht u onze expertise willen inzetten, mail dan naar